Fundamentele wiskunde van de Grote Piramide is een samenvatting en uitbreiding van de drie (studie) boekjes ‘hoe het anders kan’, ’hoe je het anders kunt bekijken’ en ‘Pythagoras versus √1, √2, √3’, aangevuld met nieuwe visies en verklaringen.
Waarom dit boekje?
De bedoeling van dit boekje is om al de ’verborgen geheimen’ van de Grote Piramide op het Gizeh plateau te ontrafelen. Zie het als een stukje geschiedenis uit een ver verleden. Na het lezen van dit boekje kun je je afvragen of de geschiedenis van de Grote Piramide toegeschreven kan worden aan de eerste dynastie van de farao’s? Naar alle waarschijnlijkheid is hij veel ouder. Als je de wiskundige kennis en kosmische interpretatie van de Grote Piramide gaat duiden, zoals dit boekje beoogd, dan kun je je afvragen of deze kennis en wijsheid naar verhouding past bij een volk dat ervan uitging dat de Zon met een zonneboot om de Aarde draaide en alle natuurverschijnselen personifieerden met goden?
Dit boekje sluit af met een zienswijze die een discussie over de benadering van de zwaartekracht op gang kan brengen binnen de wetenschap (Aristoteles of Newton). Aristoteles was in de veronderstelling dat de Aardse natuurwetten anders waren dan de kosmische natuurwetten. Newton daarentegen kwam met een andere visie. Hoe keken de bouwers van de Grote Piramide hiertegen aan. De (oud-Egyptische) scheppingsmythologie geeft een verrassende inkijk hierin. Dit boekje geeft een inkijk in de fundamentele wiskunde van de Grote Piramide die in vroegere tijd aan de bakermat stond van onze moderne wiskunde in het heden. De visie van de (oud-Egyptische) scheppingstheorie kan je een andere visie op enkele natuurkundige verschijnselen aanreiken, waardoor je kan beoordelen in hoeverre Aristoteles en Newton van elkaar verwijderd stonden.